Thuis in de woningmarkt: waar wil jij gelukkig oud worden?

Heb je daar zelf al wel eens over nagedacht? Iedereen wil natuurlijk een plek waar je nu én later gelukkig woont. Toch denken we pas vaak na (opkomende) gezondheidsproblemen aan een woning voor later. Dat is meestal te laat, want een passende woning ligt niet voor het oprapen.

Misschien ken je al iemand in je omgeving die hier weleens over na heeft gedacht. Of je wilt juist een van je naasten stimuleren om het hier een keer over te hebben. Ga dan eens het gesprek aan en laat je inspireren door de volgende gesprekstips.
2 ouderen op bankje buiten, kijkend door een verrekijker

Begin met praten over een passende woning voor later

Misschien zie je dat de gezondheid bij iemand in je omgeving erop achteruit gaat. Of je bent gewoon nieuwsgierig of een van je naasten überhaupt al over het onderwerp lang thuis blijven wonen heeft nagedacht. Ontdek hoe deze persoon over hun toekomstige huis denkt met de volgende gesprekstips.

Tip 1: Het is nooit te vroeg

‘Nee, dat is pas iets voor later’ is vaak het gevoel wanneer je ruim op tijd nadenkt over een passende woning op latere leeftijd. Misschien voelt je naaste zich nog ‘te fit’, of geniet hij of zij juist van die grote tuin. Toch geven veel mensen achteraf aan dat het beter was geweest om het gesprek eerder te voeren. En goed nieuws: het is nooit te vroeg! Nodig dus vooral iemand uit om vroeg te dromen over de plek waar hij of zij zichzelf gelukkig oud ziet worden.
Man en vrouw proosten voor hun camper

Tip 2: Begin het gesprek breed

Een woning is natuurlijk meer dan alleen een onderkomen. Een passend huis geeft je de juiste ruimte bij je huidige levensfase. Maar hoe passend is dat huis later? Je kunt bijvoorbeeld aan iemand vragen:

  • Wat het zo fijn maakt om in het huis te wonen?
  • Hoe iemands dagelijks leven er momenteel uitziet in het huis?
  • Waar iemand zichzelf ziet over 15 jaar?
  • Hoe de perfecte woning er dan uitziet?
  • Welke soort ondersteuning iemand het eerste denkt nodig te hebben?

Tip 3: Maak er een ‘durf te dromen’ gesprek van

Misschien vind je het lastig om een gesprek over wonen aan te knopen als je ouder bent. Zeker wanneer je het gesprek begint vanwege een afnemende gezondheid bij iemand, wil je niet te veel confronteren.

Vraag dan in plaats van een praktische vraag over ‘later’, iemand om te dromen over het droomhuis voor later. Zorgt de boodschappenservice voor bijvoorbeeld net dat extra comfort? En houdt een gezamenlijke tuin het tuinieren leuk én realistisch over tien jaar? Niets is te gek!
Moeder, oma, twee kinderen en hond poseren in hun gang.

Tip 4: Laat het rustig bezinken

Is een teruglopende (lichamelijke) gezondheid bij een ander bijvoorbeeld de aanleiding om het gesprek te starten over een passende woning voor later? Voor de ander kan dit wellicht confronterend voelen. Bijvoorbeeld omdat hij of zij zich nu nog best wel fit genoeg voelt.

Als je weerstand ervaart, kan het helpen om het onderwerp te laten rusten en bezinken. Je hebt het zaadje geplant, iemand kan er nu zelf rustig over nadenken. In veel gevallen komt iemand er later zelf weer op terug.

Tip 5: tipje van de sluier oplichten

Wat is er eigenlijk allemaal mogelijk in het passend wonen op latere leeftijd? Ga jij of je naaste in de toekomst misschien je huis verbouwen en levensloopbestendig maken? Of wil jij of de ander zich liever alvast oriënteren op een volgende woning?

De ‘beste’ volgende stap verschilt natuurlijk per persoon en situatie. Als je het samen hebt over later wonen, helpt het om te weten wat je mogelijkheden zijn. Zo ontdek jij of de ander bij welke optie je je het meeste thuis voelt. Het lijkt vaak ver weg. Toch - als je de mogelijkheden ziet - ontdek je vaak dat een volgende stap soms ook dichterbij kan zijn dan je denkt. Nieuwsgierig wat jou of je gesprekspartner het meest aanspreekt?

Heb jij al nagedacht waar je gelukkig oud wilt worden?

Je bent gelukkig in je huis, je haalt misschien veel energie uit de tuin en je bent gehecht aan je vertrouwde omgeving. Allemaal logische redenen om te denken ’die volgende stap in wonen duurt voor mij nog lang’. Grote kans dat dat ook zo is.

Toch is het slim om nu alvast na te denken over waar je gelukkig oud wilt worden. En daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. Want een fijne woning, die ook straks bij je past, ligt niet voor het oprapen.

Waar zie jij jezelf over 5 jaar of misschien wel 20 jaar graag wonen? Wordt de hobby tuinieren misschien vervangen door reizen? Wil je dichtbij winkels wonen of juist het station. Wie zijn je buren? Het zijn gewoon een paar vragen om je op weg te helpen in het nadenken over later.

Stel jezelf daarom eens de volgende vragen, en test hoe een volgende woning jouw leven (later) nog fijner maakt.

Waarom het thema passend wonen speelt bij Achmea

Gezond en gelukkig oud worden op een fijne plek, dat wil iedereen. Maar ons land vergrijst snel. Met 10 miljoen klanten voelen wij de verantwoordelijkheid om ons in te zetten voor dit vraagstuk. Dat doen wij op twee manieren.

Zo investeren we in Nederland

Met onze merken Zilveren Kruis en Syntrus Achmea ontwikkelen we nieuwe woonvormen en slimme aanpassingen in huis. Maar oplossen kunnen we niet alleen. Daarom werken wij samen met overheden en organisaties die zich bezighouden met zorg en wonen.

Zo helpen we jou op weg

Wij leren van onze klanten dat op tijd in gesprek gaan over je woonwensen in de toekomst loont. Ga ook eens in gesprek over jouw woonwensen. Bijvoorbeeld met de mensen om je heen. Maar ook in gesprek met jezelf. Gaan de kinderen uit huis? Ga je met pensioen? Of bereik je een hogere leeftijd? Wat je reden ook is, we helpen je graag alvast na te denken over jouw volgende stap in wonen.

Ga ook het gesprek aan

Draai het kaartje en klik om je favoriete openingszin te kopiëren.

Met je vrienden

Je staat op een verjaardag lekker te kletsen. Gooi deze vraag maar eens in de groep:

Met je buren

Je ziet de buurman de boodschappen naar boven tillen en denkt: ‘’Lukt dit over 10 jaar nog steeds?’’, je stelt hem de vraag:

Met pensioen

En dan ineens is het zover: je gaat met pensioen. Op je bridge-clubje vraag je:

Met je ouders

Je ouders worden ouder, ze wonen nog in het huis waar jij bent opgegroeid. Ze wonen fijn, maar toch... Je stelt de vraag:

Als je kinderen het huis uitgaan

Oh jee, je kroost is gevlogen. Een heel huis voor je alleen. Fijn, maar misschien ook ongezellig. Je vraagt je af:

Met je opa en/of oma

Op de thee bij opa of oma. Altijd gezellig, maar misschien ben je ook wel een beetje bezorgd: