Gemeenschappelijk wonen voor ouderen: sociaal, relevant en lucratief 

“Wie had gedacht dat een 16de-eeuwse traditie nog eens zou helpen om het tekort aan ouderenwoningen op te lossen?” Jeroen Kemperman over Samen Zelfstandig, een alternatief woonconcept van Zilveren Kruis en Syntrus Achmea geïnspireerd op de 500 jaar oude seniorenhofjes. 

Voor Zilveren Kruis zoeken we met collega’s continu naar manieren waarop we mensen gezonder kunnen maken zonder dat hiervoor zorggeld nodig is. Denk aan initiatieven op het gebied van voeding of ontspanning, maar ook woonvormen waar mensen zich gelukkig en veilig voelen. Zo gaan we samen met Syntrus Achmea 2 miljard euro in seniorenhofjes investeren. Enorm gaaf, maar natuurlijk ontstaat zo’n besluit niet van de ene dag op de andere. Het idee van de hofjes fascineert mij al jaren. Ik schreef er twee boeken over, waarvan de eerste (‘Briljante businessmodellen in de Zorg’) in 2015 verscheen. Zorginstellingen en collega’s reageerden enthousiast en meer mensen waren bezig met dit soort concepten. Maar niemand wist nog precies wat ze ermee moesten. Ikzelf ook nog niet. En nu zie je dat de tijd ineens rijp is. Voor mij is dit een droom die uitkomt. 
 

Gemeenschappelijk wonen: inspiratie uit het verleden 

De proveniershofjes waren een gemeenschappelijke woonvorm voor senioren die vanaf de 16ste eeuw populair werd in de grote steden. Ouderen woonden hier zelfstandig en toch samen. In ruil voor een eenmalige inleg kregen ze een woninkje of kamer en waren ze voor de rest van hun leven verzekerd van kost en inwoning. Sociaal en vriendelijk met elkaar omgaan, mensen uit dezelfde maatschappelijke groep en een fatsoenlijke mate van afstand bewaren waren de sleutel tot succes. 

In dit soort hofjes zou volgens mij weleens een oplossing kunnen liggen voor het huidige woningtekort. En dan vooral voor de snelgroeiende groep alleenstaande ouderen, die de komende 20 jaar verder toeneemt van 1,3 naar 1,8 miljoen. Die mensen zijn nog veel te vitaal voor het verpleeghuis. Zij wonen nu vaak in een te groot huis, met een lege bovenverdieping en een te grote tuin. Zonder iemand die een beetje op ze let. Dat is niet gezond, niet veilig, niet leuk en niet efficiënt voor de woningmarkt. Door te investeren in gemeenschappelijke woonvormen voor senioren kunnen we de doorstroom op de markt bevorderen én helpen we ouderen om gezond en gelukkig oud te worden. Win-win. 

Gemeenschappelijk wonen voor ouderen 

Samen met Syntrus Achmea en een werkgroep van de Vereniging Achmea zijn we aan het denken geslagen: hoe zouden de seniorenhofjes van nu eruit moeten zien? Hoe creëer je een gemeenschap? Je moet nadenken over looplijnen en hoe je toevallige ontmoetingen faciliteert. Wat je regelt voor mensen en wat niet. En wat mensen samen delen en wat niet. Want anders dan je misschien denkt: het gaat bij gemeenschappelijke woonvormen niet om het vormen van een intens hechte gemeenschap. De bewoners moeten iets met elkaar gemeen hebben, qua dagritme en levensinstelling, maar het zijn geen studentenhuizen of idealistische communes die alles samen doen. Je moet wel degelijk privacy en je eigen dingen hebben. Dus bijvoorbeeld niet de koelkast of wc delen, maar wel de tuin en het gereedschap. Of de logeerkamer, want hoe vaak krijg je als oudere nou logés? 

Ik ben enorm trots dat er inmiddels een prototype ligt voor Samen Zelfstandig. De architecten van Juli Ontwerp maakten een briljant ontwerp. Hiermee kunnen wij de boer op, allereerst in de grote steden.  

De hofjesfilosofie passen we als Achmea ook langzaamaan toe in bestaande woonzorgcomplexen van Syntrus, zoals in De Makroon in Amsterdam. Of de Nieuwe Sint Jacob die momenteel wordt gebouwd en begin 2022 haar deuren opent. We weten hierdoor steeds beter wat werkt en wat niet. In een gebouw wonen met dementerende ouderen lijkt bijvoorbeeld logisch, maar is ook een bron voor heftige reacties. Bij gelukkig oud worden denken veel bewoners niet aan samenleven met dementiepatiënten. Juist niet. Extra veiligheid en extra mogelijkheden voor zorg dicht bij huis, dat is allemaal prima. Maar leg bewoners niets op en maak er geen zorgomgeving van. Mensen willen wel zorg ontvangen in de woning, maar niet wonen in de zorg. 

Liefdadigheid is niet schaalbaar 

Voor mij zijn deze gemeenschappelijke woonvormen voor ouderen een rijk voorbeeld van de initiatieven waarin we elkaar binnen Achmea versterken. Syntrus Achmea heeft het fonds om te investeren in zorgvastgoed en woon-zorgoplossingen, Zilveren Kruis het benodigde netwerk met gemeenten en het sociale domein. Er is geen andere verzekeraar met deze combi van vastgoed en zorg en zo’n sterk maatschappelijk profiel. Wij zijn van oudsher goed in het verenigen van belangen van mensen en groepen. In rendement creëren uit dingen die van sociaal belang zijn. Want vergeet niet: dit is geen liefdadigheid. Al is een project nog zo tranentrekkend mooi, het moet rendabel zijn. Anders wordt het onbetaalbaar als je het gaat opschalen. 

Het coöperatief gedachtegoed gaat voor mij dan ook niet alleen over het bij elkaar brengen van individuen, maar over het bij elkaar brengen van partijen. Hoe verenig je de belangen van een investeringsmaatschappij, een zorgverzekeraar en een gemeente? Nou, bijvoorbeeld door werk te maken van de seniorenhofjes van de 21ste eeuw. 

Over Jeroen Kemperman

Jeroen Kemperman is Senior manager Strategie & Business Development bij Zilveren Kruis. Hij schreef diverse boeken over slimme businessmodellen, waaronder ‘De Amsterdamse droom’. Hierin komen ook de oude proveniershofjes aan bod. 

Over 'Samen sta je sterker'

‘Samen sta je sterker’, vanuit die overtuiging is Achmea 210 jaar geleden ontstaan. En die gedachte is vandaag de dag nog springlevend. Samen met onze merken én partners werken we aan oplossingen waar niet alleen onze klanten, maar ook de samenleving beter van wordt. Dat is coöperatief ondernemen volgens Achmea.