Uit de Klimaatadaptatiemonitor van Achmea blijkt dat een groot deel van de mensen wel inziet dat er iets moet gebeuren om klimaatverandering zoveel mogelijk tegen te gaan, maar dat actie vaak uitblijft. Volgens schrijver en gedragswetenschapper Ben Tiggelaar is dat niet gek, omdat de effecten van ons klimaatgedrag niet direct zichtbaar zijn.
Het aanpassen van gedrag is lastig, stelt Tiggelaar, en hoe abstracter het probleem en hoe verder de effecten in de toekomst liggen, hoe moeilijker het wordt. “Stel, het gaat niet goed op werk, of in je gezin, dan onderneem je actie. Er is een sterk gevoel dat je nu iets moet doen om het beter te maken. De gevolgen van ons klimaatgedrag zijn veel verder weg. Concrete actie ondernemen is daarom moeilijker.”
Liever luisteren? Zet dan de podcastaflevering van ‘Klimaatgasten’ aan.
Capaciteiten, motivatie, omgeving
Om toch aan te zetten tot gedragsverandering spelen drie factoren een rol, stelt de gedragswetenschapper: capaciteiten, motivatie en omgeving. Als iemand wel de kennis en motivatie heeft om het gedrag aan te passen, maar de directe sociale omgeving is er bijvoorbeeld niet mee bezig, dan blijft actie vaker uit.Omdat de effecten van gedragsverandering in relatie tot klimaat ver in de toekomst liggen, ervaren volgens Tiggelaar de meeste mensen minder motivatie om hun gedrag aan te passen. Daarom is het volgens hem belangrijk dat de overheid een grote rol speelt en dingen die het klimaat aantasten, zoals vlees en vliegen, meer moet belasten. Mensen betalen nu voor het product, maar niet voor de schade die het aanricht.
“Het aantasten van het klimaat en het vervuilen van de leefomgeving is nu gratis”, zegt Tiggelaar, “en als iets gratis is, dan gaan mensen er veel van gebruiken. Daarom moeten we naar eerlijke prijzen, waar ook de milieu- en klimaatschade in is verwerkt.” De overheid kan volgens Tiggelaar de opbrengst, van bijvoorbeeld vleesbelasting, teruggeven aan burgers. “Op deze manier wordt goed gedrag beloond en slecht gedrag bestraft.”
Klimaatbestendig
Uit het onderzoek van Achmea blijkt dat concrete eenmalige maatregelen van mensen om hun huis klimaatbestendig te maken uitblijven. Toch is een eenmalige grote actie, zoals zonnepanelen op het dak of het huis isoleren, volgens Tiggelaar een stuk makkelijker dan structurele gedragsverandering. “Een sensor die ervoor zorgt dat automatisch je lampen uitgaan als je de kamer verlaat, werkt veel beter dan met huisgenoten afspreken om altijd de lampen uit te doen.”“De overheid kan klimaatmaatregelen treffen en bedrijven en burgers helpen om zich meer toekomstgericht te gedragen”, zegt Tiggelaar. Alleen bestaan er geen trucjes waardoor het morgen is opgelost.